Begroting 2018 - 2021
PCPortal

Waar komen we vandaan?

In 2015 is het programma Zorg en Welzijn uitgebreid met de decentralisatietaken uit de Jeugdwet en de nieuwe Wmo waaronder de centrumgemeente taak voor  Beschermd Wonen GGZ. Het programma is daarmee financieel toegenomen van € 63 miljoen naar bijna € 170 miljoen per jaar. We hebben inmiddels zo’n 2,5 jaar ervaring opgedaan met deze nieuwe, omvangrijke taken. We stellen vast dat we zeker een periode van 5-7 jaar vanaf de start in 2015 nodig hebben om naar een meer stabiele en beheersbare situatie te komen. We zitten nu in de fase van leren, bijsturen, scherper inzicht en informatie genereren, snel en adequaat reageren op knelpunten. De verbinding tussen Zorg en Welzijn vinden we daarbij van groot belang. In de eerste twee jaar is veel aandacht uitgegaan naar zorgcontinuïteit, inkoop en subsidie van zorg, en het oplossen van bijbehorende knelpunten.

We willen transformeren, maar financieel kader knelt door oplopende zorgkosten

We willen de komende periode onze transformatie-agenda verder uitvoeren en doorontwikkelen door welzijn en zorg meer met elkaar te verbinden. Daarnaast willen we de specialistische zorg en zorg met verblijf ombouwen. Meer lichte en kortdurende behandeling; begeleiding en ondersteuning in de thuissituatie en de wijk, het stimuleren en faciliteren van ontmoeting en onderlinge steun in de buurt met andere wijkbewoners of lotgenoten is onze vertaling daarvan.

Deze transformatie-opgave willen wij zoveel mogelijk vorm geven binnen de financiële kaders van het programma Zorg en Welzijn. Echter, dit financieel kader staat onder druk. We zien in 2016 en 2017 een toename van de inzet van (specialistische) begeleiding Wmo, Jeugd LVB en jeugdzorg met verblijf. Daardoor hebben we op de nieuwe Wmo-taken en Jeugdwet op de korte termijn tekorten. Ook hebben we te maken met te lange wachttijden bij de sociale wijkteams, waardoor we in 2018 extra investeren in capaciteit en expertise bij de wijkteams.

We zien veelbelovende welzijnsinitiatieven ontstaan en goed functionerende Stips, die passen in onze transformatie en de gewenste verbinding tussen welzijn en zorg. We werken aan een meerjarige beleidsvisie op Beschermd Wonen en Maatschappelijke opvang. Tegelijkertijd zien we voor 2018 een kleine 100 cliënten extra vanuit Wlz en Zvw instromen in Beschermd Wonen die we financieel moeten opvangen. We hebben een veelbelovende transformatie-agenda waarin we business cases hebben uitgewerkt, die op termijn tot kostenbesparing in de zorg moeten leiden. Met de bestemmingsreserves Jeugd/Wmo en Wmo Beschermd Wonen kunnen we een deel van dit knellende financiële kader opvangen. Toch zien we een reëel risico dat dit in 2018 niet volledig gaat lukken. In de risicoparagraaf bij deze begroting gaan we hier dieper op in.

Interventieplan: bijsturingsmaatregelen in 2018

Om binnen het programmabudget te blijven, moeten we maatregelen nemen. Dit betekent dat we blijven transformeren, doorgaan met onze innovaties, gebiedsgerichte samenwerking verder aanjagen en faciliteren, maar ook gericht bezuinigen en onszelf taakstellingen opleggen in onderdelen van het programma Zorg en Welzijn. Deze maatregelen moeten leiden tot een beheersbare ontwikkeling van de (nieuwe) Wmo, Jeugdhulp en beschermd wonen Wmo.

We willen dit aanpakken middels een interventieplan, dat uit drie fasen bestaat. De eerste fase betreft ingrepen, binnen de kaders die u ons als raad heeft gegeven, die het tekort voor 2017 kunnen beperken. De tweede fase betreft de aanpak van het begrotingsjaar 2018. De derde fase betreft het voorbereiden van keuzevarianten voor de nieuwe coalitieperiode.

De belangrijkste maatregelen voor 2018 lichten we hieronder toe.

Preventief en welzijnsaanbod om zorgconsumptie te verminderen (lange termijn)
Vanuit de gezondheidsagenda wordt er preventief ingezet op kwetsbare groepen en wordt de wijkgerichte aanpak versterkt met de gezondheidsmakelaars. Vanuit diversiteit versterken we het cultuursensitief werken zowel door welzijns- als zorgaanbieders. We onderzoeken samen met de W2 de mogelijkheden om zorgconsumptie om te buigen naar ontmoeting en dagactiviteiten in de buurt/wijk.

Stips gaan aan de slag met ontmoeten en verbinden
De uitbreiding van de werkbegeleiding voor de vrijwilligers van de Stips wordt in 2018 gecontinueerd, om hen optimaal te ondersteunen zodat in alle stadsdelen een kwalitatief goede Informatie en Adviesfunctie (I&A) is gegarandeerd. In 2018 wordt in de Stips naast I&A verder invulling gegeven aan de functie ontmoeten en verbinden. Om recht te doen aan de Stip als organisatie bemenst door vrijwilligers, wordt bij de invulling van deze functie meer ruimte gegeven aan de ontwikkelmogelijkheden en -tempo’s van de individuele Stips, mede afhankelijk van de kenmerken en behoefte per stadsdeel.

Vroeginterventie borgen op vindplaatsen kinderopvang, school, huisarts
Het is beter voor het kind en kostenbesparend als in de wijk, in de kinderdagverblijven en BSO’s, in het onderwijs en in de huisartsenpraktijk tijdig wordt gesignaleerd dat kinderen ondersteuning nodig hebben. We zijn in 2016 en 2017 gestart met innovatieprojecten gericht op vroeginterventie op vindplaatsen: door de inzet van jeugdspecialisten in de school, J-GGZ ondersteuning voor de huisarts en de jeugdarts en Passende Kinderopvang. We willen in 2018, bij succesvolle evaluaties van de projecten, kijken of we deze verder kunnen uitrollen. We vertalen de businesscases van deze interventies naast de kosten, ook in opbrengsten in onze begroting. Daarnaast ontwikkelen we een ketenaanpak vechtscheidingen, waardoor we door vroegtijdige en preventieve ondersteuning, verergering van de problematiek willen beperken.

Stevige sociale Wijkteams moet zorgconsumptie afremmen
In 2017 is extra formatie toegevoegd aan de sociale wijkteams, maar zijn ook heldere resultaatafspraken gemaakt. Enerzijds om wachtlijsten weg te werken en anderzijds om structureel te investeren in de gekantelde werkwijze en daarmee de toenemende zorgconsumptie af te kunnen remmen. Het nieuwe inkoopkader voor Wmo en Jeugd moet leiden tot minder aanbieders voor ambulante begeleiding en dagbesteding. Met minder aanbieders die we op kwaliteit selecteren, kunnen de wijkteams gerichter samenwerken in het wijknetwerk. Daarnaast hebben we de expertise van de wijkteams t.a.v. jeugd verder versterkt. Ook krijgen de wijkteams meer mogelijkheden om zelf kortdurende begeleiding te bieden, als voorliggende voorziening voor ambulante begeleiding.

Specialistische jeugdhulp: korter en lichter
In de afspraken met aanbieders van specialistische jeugdhulp willen we in 2018 de focus richten op het tijdig afsluiten en afschalen van zorg, vooral voor jeugdhulp met verblijf. Dit is belangrijk omdat kinderen het beste opgroeien in  een normale situatie, waarin ze thuis wonen en naar hun eigen school gaan.
Daarnaast werken we in 2018 samen met de Jeugd-LVB aanbieders, de sociale wijkteams en de GGD aan de uitvoeringsafspraken uit het transformatieplan Jeugd-LVB. We zetten het casusoverleg zorg met verblijf bij meer casussen in om steeds te beoordelen of specialistische ambulante zorg het alternatief kan zijn voor residentieel verblijf. Daarnaast is het  bedoeld om zicht te houden op de capaciteit van residentiële plaatsen.
We hebben in de contracten met de specialistische jeugdhulp afspraken gemaakt om voor kinderen die zijn aangewezen op terreingebonden woonvoorzieningen, de duur van het verblijf te verkorten. We sturen middels contractmanagement op meer gezinsvervangend verblijf zoals verschillende vormen van pleegzorg en gezinshuizen.

Maatregelen om (Specialistische) ambulante begeleiding Wmo en Jeugd te verminderen
Vanaf 2016 kregen we te maken met een forse stijging van het beroep op ambulante (specialistische) begeleiding. In totaal gaven we in 2016 in vergelijking tot 2015 in euro’s 33% meer uit aan de nieuwe ambulante Wmo-maatwerkvoorzieningen begeleiding en dagbesteding. En ook in de eerste helft van 2017 zette deze trend zich voort. In de analyse constateren we een toename van het aantal cliënten en een toename van vooral specialistische begeleiding. We zien dat het aandeel bij de Combinatie (grote aanbieders) enigszins toeneemt, maar vooral bij de kleine aanbieders zien we een forse groei.

Oorzaken voor deze stijging zien we voor een deel in de marktwerking en open-einde karakter van de inkoopsystematiek. Daarnaast denken we door het werken met sociale wijkteams, dat we meer mensen bereiken dan voorheen. Ook denken we dat de strikte scheiding tussen de wetskolommen Wmo-Jeugd-Wlz-Zvw tot afwentelingseffecten op Wmo en Jeugd leidt. Om de oorzaken beter te kunnen duiden voeren we in 2017 een casusanalyse uit. De uitkomsten daarvan zullen een bouwsteen vormen voor het interventieplan.

Dit betekent niet dat we wachten met ingrijpen tot het onderzoek is afgerond. Eind 2016 hebben we reeds de criteria voor specialistische begeleiding aangescherpt. In het inkooptraject voor 2018 e.v. hebben we scherpere selectie-eisen toegepast, waarmee we alleen de kwalitatief goede en kantelingsgerichte aanbieders selecteren voor begeleiding en dagbesteding. Ook passen we volumeselectie toe. Daarmee gaan we naar fors minder aanbieders, om zodoende ongewenste markteffecten terug te dringen. Dit heeft als kanttekening dat er minder keuzevrijheid voor cliënten zal zijn t.a.v. het aantal gecontracteerde zorgaanbieders. Daarnaast geldt vanaf 2018 een zogenaamd dynamisch plafond voor (specialistische) begeleiding, mag specialistische begeleiding alleen in combinatie met reguliere begeleiding worden aangeboden en geldt voor de duur van specialistische begeleiding vanaf 2018 in principe een maximum van één jaar. Ook stellen we op basis van een tarievenonderzoek, de tariefstelling gericht bij.
Tot slot sturen we vanaf de tweede helft 2017 sterker op gebiedsgerichte samenwerking, waaronder een gezamenlijke verantwoordelijkheid van wijkteams en zorgaanbieders om de kanteling vorm te geven binnen de budgettaire kaders. Periodieke spiegelgesprekken waarin de vernieuwing en zorguitgaven per gebied worden besproken zijn hierbij een middel. Om  tot een sluitende en blijvende aanpak te komen, verbeteren we de analyse en monitoring van de transformatie permanent, zodat we waar nodig op tijd kunnen bijsturen met aanvullende maatregelen waarmee we innovatie kunnen combineren met kostenbeheersing.

Transformatie Beschermd wonen en maatschappelijke opvang
Eind 2017 leggen we uw raad het meerjarig beleidsplan voor beschermd wonen & maatschappelijke opvang voor. Ook in het beschermd wonen is een transformatie nodig, zodat mensen met ernstige psychische problemen zo veel mogelijk in de thuissituatie ondersteund worden en een zo normaal mogelijk leven leiden. Voor beschermd wonen betekent dat meer uitstroom uit (intramuraal) beschermd wonen en vooral minder mensen die instromen in beschermd wonen. Mensen met GGZ-problematiek, hoe ernstig ook, wonen in principe thuis en krijgen daar de zorg en ondersteuning die ze nodig hebben. De beste manier om te voorkomen dat iemand met psychische problemen achteruit gaat, is immers dat hij een zo normaal mogelijk leven kan leiden.

Als deze transformatie wordt doorgevoerd, zal de problematiek van ernstige psychiatrie en dakloosheid zich minder concentreren op de plekken waar al opvangvoorzieningen, GGZ- en tbs-behandelinstellingen en beschermde woonvormen zijn, maar zich in iedere gemeente manifesteren. Het rijk is daarom van plan om per 2020 de middelen voor beschermd wonen en mogelijk ook voor opvang, door te decentraliseren naar alle gemeenten. Hiervoor komt het Rijk met een nieuw objectief verdeelmodel voor Wmo, beschermd wonen en maatschappelijke opvang. Regionale samenwerking is dan van groot belang, omdat de voorzieningen in de steden geconcentreerd zijn, een grotere schaal nodig is om het voorzieningenniveau op peil te houden en gemeenten zich moeten committeren aan een effectief lokaal preventie- en ondersteuningsbeleid.

Deze transformatie kan alleen slagen als de randvoorwaarden op orde zijn: er zijn genoeg en geschikte  woningen nodig, een gevarieerder en flexibeler aanbod van ondersteuning met en zonder verblijf voor de doelgroep zelf en voor hun naasten, mogelijkheden voor werk, dagbesteding, hulp bij financiën, ontmoeting e.d.,  voldoende en goed aansluitende behandeling aan huis en maatschappelijke acceptatie van mensen met ggz-problematiek in de samenleving.

In de contractering beschermd wonen GGZ voor 2018 maken we met de aanbieders afspraken over innovatie die in lijn is met de transformatie, over kwaliteit van zorg vanuit cliëntperspectief en cultuursensitief werken. Daarnaast willen we de manier van bekostiging tegen het licht houden: in plaats van generieke bekostigingsarrangementen willen we meer maatwerk kunnen leveren: scheiden van wonen en zorg, een recht op een zinvolle daginvulling en passende ondersteuning en begeleiding.
We doen in 2017 en 2018 ervaring op met het innovatieproject “wonen met perspectief” op Doddendaal en de IPS-methodiek waarmee we meer mensen met GGZ-problematiek willen toeleiden naar (betaald) werk.

Daarnaast speelt er een discussie tussen gemeenten, het Rijk en de GGZ instellingen over het overgangsrecht van Wlz-geïndiceerden die in een (langdurige) behandelsetting verblijven. Wanneer Nijmegen (en andere gemeenten) niet tegemoet worden gekomen door het Rijk levert ons dit forse financiële risico’s op. Daarom nemen we actief deel aan het landelijke overleg over WMO-verdeelmodel, afbakening t.a.v. de WLZ, Coulanceregeling WLZ-doelgroep. Hiermee streven we ernaar zoveel mogelijk invloed uit te kunnen oefenen op de landelijke besluitvorming ten behoeve van het Nijmeegse belang.

Overige inhoudelijke ontwikkelingen

Jeugd en veiligheid
In 2018 hebben we binnen de sociale wijkteams meer aandacht voor jeugd en veiligheidsvraagstukken. We zetten jeugdmaatschappelijk werkers met specifieke expertise in om zo een drang of dwang traject te voorkomen. In contracten voor 2018 met aanbieders is opgenomen dat zij indien nodig en wenselijk de rol van casemanager in een gezin moeten vervullen. We ondersteunen de professionalisering van casemanagers actief met een opleidingsaanbod. Daarnaast is er in 2018 meer aandacht voor gezinssystemisch werken, doorontwikkeling van de beschermingstafel (multidisciplinair casusoverleg gericht op veiligheid voor kind) en preventie kindermishandeling, waaronder een aanpak ter voorkoming van vechtscheiding en deskundigheidsbevordering.

Jongerenwerk: 2 wijkgerichte pilots
We willen partners in het jongerenwerk meer vrijheid geven om wijkgericht “te doen wat nodig is” en meer sturing geven op het bereiken van maatschappelijke resultaten.
Daarom gaven we in 2017 de opdracht aan HIL/Tandem om twee pilots jongeren(opbouw)werk uit te voeren. Het doel is (meetbare) prestatie-indicatoren voor het jongerenwerk vast te stellen en een afwegingskader op te stellen hoe het jongerenwerk te verdelen over de stad. Daarnaast is in 2017 de Impuls voor Jongeren in Dukenburg gestart waarbij we oefenen met een aantal prestatie indicatoren. Beide sporen worden voortgezet in 2018.

Opvang Dak en thuislozen: skaeve huse en housing first
In 2018 gaan we door met het trajectmatig en resultaatgericht werken van opvang naar een zo zelfstandig mogelijk bestaan, inclusief de aansluiting naar de gebiedsgerichte ondersteuning in de wijken en dorpen. Ook willen we blijven vernieuwen in de opvang, o.m. door ontwikkeling van de tweede locatie voor skaeve huse en inbedding van Housing First in het reguliere aanbod.

Veilig Thuis, preventie huiselijk geweld en kindermishandeling
We gaan in 2018 door met de vastgestelde regionale en lokale aanpak van huiselijk geweld, geweld in afhankelijkheidsrelaties en kindermishandeling. Preventie, goede signalering, stoppen van geweld en duurzaam herstel staan hierin centraal. We creëren randvoorwaarden voor handhaving van een stabiele en kwalitatief sterke organisatie Veilig Thuis en we faciliteren passende begeleiding en opvang van slachtoffers. We zetten in op voldoende beschikbaarheid van expertise/deskundigheid bij professionals en laagdrempelige bereikbaarheid van hulp voor burgers/slachtoffers en plegers betrokken bij geweld. Specifieke thema’s die o.a. aandacht krijgen: ouderenmishandeling (financiële uitbuiting en overbelaste mantelzorg), vechtscheidingen en versterking kwaliteit van de acute en een duurzame aanpak.

Gezondheidsagenda in uitvoering
Aan de hand van drie lijnen geven wij uitvoering aan het gezondheidsbeleid in 2018:
Lijn 1: Groen, gezond en in beweging: In 2018 worden er weer twee werkconferenties georganiseerd en wordt invulling en uitvoering gegeven aan de opbrengsten van deze werkconferenties. In de werkconferenties wordt een link gelegd met de thema’s van Green Capital.
Lijn 2: Gezondheidsondersteuning: inzet gezondheidsmakelaars/beweegmakelaars, project voorzorg gericht op zwangeren, beweeg je fit voor jeugd met overgewicht.
Lijn 3: Preventie in de wijk: We zetten in op het vergroten van de inzet op preventieve en collectieve activiteiten en maatregelen door onder andere Indigo, GGD, Sportservice en Iriszorg samen met STIPS en Sociaal Wijkteam.

Vrijwilligersbeleid
De afgelopen periode is het Vrijwilligersfonds opgericht, hebben we met een netwerk van organisaties in de stad onderzocht hoe we het aanbod aan vrijwilligerswerk inzichtelijk konden maken en ontmoeting en kennisuitwisseling tussen organisaties konden bevorderen. Naar aanleiding van de maatschappelijke business case Maatjesprojecten hebben we het Platform Maatjesprojecten opgericht.
In 2018 zetten we extra in op de ondersteuning van bijzondere doelgroepen naar vrijwilligerswerk door middel van het project ‘Bijzonder Werkt’. We breiden daarnaast uit met het project ‘Bijzonder Werkt 3.0’ waarbinnen mensen met een grote afstand tot de arbeidsmarkt bemiddeld en begeleid worden naar vrijwilligerswerk met als uiteindelijk doel het vinden van betaald werk. Daarnaast gaan we in 2018 het ingezette beleid evalueren en komen we met een nieuw voorstel voor de jaren 2019-2021.

Ouderen
Met ingang van 2017 hebben wij het onderscheid tussen basis en gespecialiseerde dagbesteding voor ouderen laten vervallen. Beiden vormen worden integraal aangeboden middels subsidiëring aan 13 zorgaanbieders. Voor 2018 willen wij met de aanbieders toe werken naar een vraaggericht aanbod van dagbesteding in de wijk, goed aangesloten op de ontmoetingsactiviteiten, waarbij een goede spreiding en kwaliteit voorop staat. De aanbieders vragen wij op basis van een Programma van Eisen een offerte uit te brengen met een aanbod voor 2018. Naast de dagbesteding ondersteunen wij diverse (kleine en grote vrijwilligers-) initiatieven voor en door ouderen die participatie van deze doelgroep mogelijk maken. Wij continueren in 2018 de subsidies aan ouderenbonden, ontmoetgroepen en het dienstencentrum OBG waar veel ouderen gebruik van maken. De vier hobbycentra bieden oudere wijkbewoners een veilige plek voor ontmoeting en activiteiten. De Hobbycentra nemen in het aanbod van laagdrempelige ontmoeting en dagbesteding een belangrijke plek in, met name voor ouderen en mensen met een beperking. In 2018 blijven we dit continueren. Tot slot zullen wij kleine initiatieven met (eenzame) ouderen als doelgroep blijven ondersteunen.

Mantelzorg en respijtzorg
In 2017  is besloten het jaarlijkse mantelzorgcompliment te verhogen naar € 200 per jaar. Dit continueren wij in 2018. Wij subsidiëren tevens Mantelzorg Nijmegen (ondergebracht bij SWON) voor hun ondersteuningsactiviteiten aan mantelzorgers. In 2017 zijn wij gestart met de uitwerking van het initiatiefvoorstel Respijtzorg. Binnen dit kader zijn er een aantal pilots gestart waarmee mantelzorgers extra ondersteuningsmogelijkheden krijgen. De pilots lopen tot medio 2018 en zullen dat jaar ook geëvalueerd worden.

Vluchtelingen en statushouders
De instroom van vluchtelingen is op dit moment stabiel, dit zorgt ervoor dat alle statushouders via de reguliere wegen gehuisvest kunnen worden. In 2018 gaan we door met het implementeren van de aanpak integratie statushouders uit 2017 in de huidige structuur. Dit omvat onder andere het verbeteren van een eerdere start van inburgering op het AZC, het monitoren van de pilots ontwikkelplan & trajectregie, participatieverklaringstraject en de netwerkbuddy’s. Deze aanpak hanteren we niet alleen voor nieuwe vergunninghouders, maar ook voor vergunninghouders die vanaf 2013 zijn gehuisvest en zelf verantwoordelijk zijn voor hun inburgering.