Wat kost het
| Algemene baten en lasten | Rekening | Begroting | ||||
|---|---|---|---|---|---|---|
| Bedragen * 1 mln | 2016 | 2017 | 2018 | 2019 | 2020 | 2021 |
| Lasten | ||||||
| Inkomen | 121,8 | 120,6 | 122,1 | 123,5 | 125,0 | 125,9 |
| Armoedebestrijding | 24,3 | 21,7 | 22,0 | 20,7 | 20,2 | 20,2 |
| 146,1 | 142,3 | 144,1 | 144,2 | 145,3 | 146,2 | |
| Baten | ||||||
| Inkomen | 105,8 | 105,7 | 106,1 | 107,5 | 112,2 | 113,2 |
| Armoedebestrijding | 3,0 | 3,2 | 2,6 | 1,6 | 1,6 | 1,6 |
| 108,8 | 108,9 | 108,7 | 109,2 | 113,8 | 114,8 | |
| Saldo van lasten en baten | -37,3 | -33,4 | -35,3 | -35,1 | -31,5 | -31,4 |
Op programmaniveau zien we in het tijdvak 2017-2021 eerst een stijging van het gemeentelijk saldo ten opzichte van het jaar 2017 tot € 35,3 miljoen in 2018 respectievelijk € 35,1 in 2019. Vervolgens daalt het gemeentelijk naar een niveau van € 31,4 miljoen in 2021. De analyse hierop zal hieronder per product worden uiteengezet.
Product armoedebestrijding
De begrote lasten van het product Armoedebestrijding nemen af met € 1,5 miljoen in de periode 2017-2021.
Bij de Zomernota van 2016 is de begroting voor beheer en bewindvoeringskosten vanaf 2018 tot en met 2020 jaarlijks met € 0,2 miljoen verlaagd. Bij de Zomernota van 2017 is de begroting van bijzondere bijstand voor 2018 met € 0,4 miljoen verhoogd. De indexering is € 0,1 miljoen meer dan rekening gehouden bij de Zomernota 2017. In 2019 en 2020 moeten er voor € 0,9 miljoen aan extra maatregelen worden getroffen voor het terugdringen van het tekort op bijzondere bijstand. Daarnaast vervallen de lasten voor armoedebestrijding onder ouderen (€ 0,1 miljoen) en het plaatsen van extra statushouders (€ 0,4 miljoen).
De begrote baten van het product Armoedebestrijding nemen de komende jaren af met € 1,6 miljoen. In totaal neemt de bijdrage vanuit de saldireserve voor het plaatsen van extra statushouders af met € 0,9 miljoen en vervalt per 2019 de CAZ-bijdrage vanuit programma Zorg & Welzijn van € 0,7 miljoen.
Product inkomen
Op het product inkomen zien we in het tijdvak 2017-2021 eerst een stijging van het gemeentelijk saldo ten opzichte van het jaar 2017 tot € 15,9 miljoen in het jaar 2019. Vervolgens daalt het gemeentelijk naar een niveau van € 12,7 miljoen in 2021. In de Raad is op 5 juli jl. het Masterplan aangenomen, waarin diverse maatregelen zijn opgenomen om het aantal bijstandstekort terug te dringen. Deze maatregelen vergen in eerste instantie investeringen van de gemeente, welke op termijn gaan leiden tot een positiever effect op het gemeentelijk saldo van dit product. Hieronder volgt de analyse op lasten- en baten niveau:
Lasten
De gemeentelijke lasten stijgen in het tijdvak 2017-2021 met zo' n € 5,8 miljoen.
Deze stijging heeft onder meer te maken met een technische aanpassing van de begrote lasten en baten. Deze aanpassing heeft een budgettair neutraal effect. We verwijzen hier ook naar de begrote baten.
We hebben in het Masterplan als uitgangspunt opgenomen dat het tekort op BUIG de komende jaren zal gaan stijgen met zo'n € 2,9 miljoen in het jaar 2019. Vanaf 2020 houden we rekening met een tekort op BUIG van zo'n € 2 miljoen per jaar. Dit uitgangspunt is ook op deze manier meerjarig in de begroting aangepast.
Daarnaast zijn de investeringen en de opbrengsten van het Masterplan (zijnde lagere uitkeringslasten) opgenomen in de meerjarenbegroting op dit product. Voor 2017 en 2018 zijn deze maatregelen nog niet voldoende om de verwachte toename van het tekort op BUIG te kunnen compenseren. Vanaf 2019 zal dit wel het geval zijn. Zie hiervoor de tabel opgenomen in de tabel onder het kopje " Veranderingen vanuit de Zomernota". Achter de noemers Tekort Buig en Maatregelen Buig staan de genoemde financiële effecten opgenomen.
Baten
Ook de gemeentelijke baten nemen toe. Deze stijgen met € 7,5 miljoen tot € 113,2 miljoen in 2021.
Dit heeft enerzijds te maken met een technische aanpassing van de begrote lasten en baten om de stadsbegroting aan te passen aan de financiële uitgangspunten voor het Masterplan.
In 2017 voorziet het Masterplan bovendien in een bijdrage van € 2,5 miljoen vanuit het programma Zorg en Welzijn. Bovendien zijn er voor 2017 en 2018 extra incasso-opbrengsten van € 0,5 miljoen per jaar opgenomen en is er rekening gehouden met de inzet van provinciale middelen t.b.v. het Masterplan (€ 1,4 miljoen in 2017). Tenslotte is er rekening gehouden met een bijdrage vanuit programma Onderwijs voor het Masterplan. Deze inzet bedraagt € 0,6 miljoen gedurende de begrotingsperiode 2017-2021.
Voor een nadere detaillering verwijzen we op deze plaats naar de Zomernota 2017 en de financiële paragraaf van het Masterplan terugdringen bijstandstekort (51/2017).