Begroting 2018 - 2021
PCPortal

Risico's

In dit deel gaan we in op de risico's. Deze risico's zijn financieel vertaald en geven daarmee aan in welke mate de risico's afgedekt moeten worden door het beschikbare weerstandsvermogen.
Bij de risico's maken we onderscheid in planexploitatierisico's en programmarisico's. Bij de programmarisico's maken we vervolgens een splitsing tussen de risico's die samenhangen met het programma 'Zorg en Welzijn' en 'overige programmarisico's'. Reden hiervoor is dat de risico's vanuit het programma Zorg en Welzijn als eerste worden opgevangen door de eigen bestemmingsreserves.
Naast de risico's die een claim leggen op de beschikbare financiële middelen, zijn er ook risico's die wanneer ze optreden niet direct financiële gevolgen hebben, maar vooral imagoverlies met zich meebrengen. Het treffen van maatregelen om deze risico's in te perken is dan ook van groot belang en in sommige gevallen ook wettelijk voorgeschreven. Een belangrijk aandachtsgebied hierbij is de databeveiliging. Onder de kop risico's wordt dan ook een apart item gewijd aan dit onderwerp. Een ander bijzonder onderwerp is vennootschapsbelasting en de mogelijke consequenties daarvan. Ook op dit onderwerp wordt specifiek ingegaan.
In het laatste deel van deze paragraaf laten we het totale risicoprofiel zien. De hoogte hiervan is van belang om te bepalen of het weerstandsvermogen toereikend is.

Planexploitatierisico's

Onderstaand zijn de planexploitatierisico's weergegeven tegen netto contante waarde. Dat betekent dat alle risico’s zijn bepaald naar de huidige inzichten. De omvang van het risico zoals hier gepresenteerd, is de uitkomst van de omvang van het risico gecombineerd met de verwachte kans.

Deze totale risico-inventarisatie wordt hieronder samengevat nader toegelicht, in de (vertrouwelijke) bijlage worden de risico’s uitgebreider beschreven.
Na de risico-inventarisatie zijn de geïdentificeerde risico’s ook in de tijd uitgezet en in een tabel opgenomen.
Volgens afspraken met uw Raad zijn beide systemen naast elkaar gepresenteerd: een totaal score en de risico’s uitgezet in de tijd.

Project

Begroting 2017

Jaarrekening 2016

Begroting 2018

Waalsprong 

61.200

64.400

57.900

Waalfront

9.823

3.634

3.634

Bergerden

1.342

De Bastei

375

305

245

Dennenstraat

358

224

225

Donjon

362

388

375

Hezelpoort

1.639

1.588

1.636

Onderwijshuisvesting

3.320

3.307

3.206

Vossenlaan

688

Overige projecten

4.834

7.066

6.279

Subtotaal

83.253

80.912

74.188

dempingsfactor

10%

10%

10%

Totaal

74.928

72.821

66.769

Onderstaand zijn de risico's in de tijd uitgezet. Opgemerkt wordt nog dat overeenkomstig de afspraken bij de nieuwe kadernota bij het uitzetten in de tijd, de dempingsfactor van 10% achterwege is gelaten. Hierbij zijn de eerste jaren in jaarschijven weergegeven en na 2021 de risico's die tot en met 2033 lopen.  Voor Waalsprong geldt als laatste jaar 2033 en voor Waalfront is het laatste risicobedrag in 2026 opgenomen. Bij deze risico's is de rentecomponent nog niet opgenomen. Hiermee is in het risicoprofiel in de grafiek in (sub)paragraaf weerstandsvermogen  wel rekening gehouden.

Project

Totaal risico

2017

2018

2019

2020

2021

latere jaren

Waalsprong 

57.900

12.474

10.356

4.195

4.230

3.091

23.554

Waalfront

3.634

634

300

323

181

129

2.068

De Bastei

245

165

80

0

0

0

0

Dennenstraat

225

109

116

0

0

0

0

Donjon

375

293

82

0

0

0

0

Hezelpoort

1.636

158

260

446

771

0

0

Onderwijshuisvesting

3.206

1.053

1.048

844

218

43

0

Vossenlaan

688

72

576

40

0

0

0

Overige projecten

6.279

306

230

1.989

77

38

3.639

Totaal

74.188

15.264

13.047

7.837

5.478

3.301

29.261

Het totale risicoprofiel (na demping) van het programma Grondbeleid is gedaald t.o.v. de Stadsrekening 2016 met ca. € 6 miljoen.
Ten opzichte van de Stadsrekening 2016 is het risico Waalsprong afgenomen. Dit hangt vooral samen met de risico’s die zich voordoen bij de ontwikkeling van de bedrijventerreinen en de voortgang van het project, waardoor het risicoprofiel is afgenomen met € 6,5 miljoen. De overige risico’s zijn iets afgenomen.

Het risicoprofiel van het programma Grondbeleid uitgezet in de tijd, dat wil zeggen rekening houdend met het moment waarop risico's zich voor kunnen doen, legt een claim op de saldireserve van resp. € 15,2 miljoen in 2017, 2018 € 13,0 miljoen; in 2019 € 7,8 miljoen; in 2020 € 5,5 miljoen; in 2021 € 3,3 miljoen.

Het risicoprofiel wordt opgebouwd vanaf projectniveau. Hiertoe wordt per project een risicoanalyse gemaakt. Bij projecten met een omzet groter dan € 10 miljoen wordt hierbij gebruikt gemaakt van een zogenaamde Monte Carlo analyse, bij projecten met een kleinere omzet wordt gebruik gemaakt van een risicomatrix. Het in de tijd zetten van risico’s gebeurt conform de Kadernota risicomanagement weerstandsvermogen en financiële kengetallen uit 2016 en de Uitwerking van de kadernota risicomanagement eveneens uit 2016.

De parameters voor de planexploitaties zijn in de Zomernota 2017 vastgesteld. Wat betreft de renteparameters is er onzekerheid over de renteontwikkeling op langere termijn. Het renterisico is nu niet als risico opgenomen binnen het programma Grondbeleid.

In het deel Toelichting per planexploitatie wordt ingegaan op de risico's per planexploitatie. Dit deel vindt U in de webversie van deze Stadsbegroting.

Programmarisico's Zorg en Welzijn

We hebben bij de Stadsrekening 2016 naar de risico’s Zorg en Welzijn gekeken en kwamen we tot een risico-inschatting van netto € 6,2 miljoen. Nu komen we op een inschatting van € 9,2 miljoen, een toename van € 3 miljoen. Deze toename wordt vooral veroorzaakt door een hogere bijstelling van het risico op  de integratie-uitkering sociaal domein Wmo en Wmo-Beschermd wonen.
Onderstaande tabel laat het risico bij de stadsrekening 2016 en het bijgestelde risico Stadsbegroting 2018 zien:

Risico's Zorg en Welzijn
bedragen * € 1.000

Riscio stand
Stadsbegroting 2018-2021

Risico stand
 Jaarrekening 2016 voor het jaar 2017

Jeugd

3.000

3.000

Wmo

4.900

2.500

Beschermd Wonen

800

0

Publieke gezondheid

485

550

Maatschappelijke opvang

0

195

Totaal

9.185

6.245

Reserves Wmo-Jeugd en Wmo Beschermd wonen 2017
De stand van de reserves per 1 januari 2017 bedraagt € 16,3 miljoen. Deze reserves zijn al voor een deel bestemd en in de begroting verwerkt. In 2017 wordt € 7,2 miljoen onttrokken op basis van reeds genomen besluiten. Verder wordt rekening gehouden met een negatief programmaresultaat van Zorg & Welzijn van € 3 tot € 7 miljoen zoals we in de Zomernota 2017 hebben aangekondigd als winstwaarschuwing. Ook zijn er nog te verwachten mutaties die betrekking hebben op de eindafrekening over 2016 (afrekeningen geleverde zorg door kleine aanbieders, Combinatie en PGB).

Stand reserves Jeugd, Wmo en Beschermd Wonen
bedragen * € 1.000

2017

2018

2019

Beginstand WMO-jeugd inclusief winstbestemming 2016

12.837

Beginstand Beschermd wonen inclusief winstbestemming 2016

3.507

Totaal rekening houdend met besluitvorming

16.344

9.106

3.803

Tijdelijke uitbreiding SWT's en Stips (BW-01505)

-458

Transformatieagenda (BW-01550)

-1.931

-1.494

-297

Zomernota 2017

-747

-819

-292

Sociale wijkteams

-902

-2.290

Bijdrage aan programma inkomen en armoedebestrijding

-3.200

-700

tussenstand na verwerking besluiten

9.106

3.803

3.214

Verwacht tekort programma cf zomernota tussen 3 en 7 miljoen

nieuwe stand

PM

PM

PM

Bovenstaand overzicht laat zien dat de reserves in 2018 niet toereikend zullen zijn om de genoemde risico’s van het programma Zorg en Welzijn op te vangen. Wanneer het verwachte programmatekort zich werkelijk voordoet, zijn de reserves ook ontoereikend om de reeds genomen besluiten te financieren. We vallen dan terug op de algemene reserve.

Interventieplan 2017 en verder
We zien dat zich binnen de begroting van het programma Zorg en Welzijn een omslag aftekent naar tekorten in 2017 en verder. We zien in 2016 en 2017 een toename van de uitgaven op (specialistische) begeleiding Wmo, Jeugd LVB en zorg met verblijf. Hierdoor ontstaan tekorten op de nieuwe Wmo-taken en Jeugdwet. In de Zomernota hebben we uw raad al een winstwaarschuwing gegeven van een voorzien tekort tussen de € 3 en € 7 mln. in 2017. In de Nota Slotwijziging geven wij over 2017 een geactualiseerde winstwaarschuwing af. Bij niet-ingrijpen verwachten wij dat dit tekort zich meerjarig zal voordoen, hoewel de omvang zich slechts beperkt laat prognosticeren.
Om het programmabudget op korte en lange termijn beheersbaar te krijgen en te houden moeten we maatregelen nemen. Momenteel werken we aan een  interventieplan waarmee we het verwachte tekort aan willen pakken.
Het interventieplan bestaat uit drie fasen. De eerste fase betreft ingrepen, binnen de kaders die de raad heeft gegeven, die het tekort voor 2017 kunnen beperken. In september ontvangt uw Raad een raadsinformatiebrief over de eerste fase. De tweede fase betreft de aanpak van het begrotingsjaar 2018. In januari 2018 ontvangt u een voorstel met maatregelen die betrekking hebben op het begrotingsjaar 2018. De derde fase betreft het voorbereiden van keuzevarianten voor de nieuwe coalitieperiode. Wij verwachten u hierover in het voorjaar van 2018 verder te kunnen informeren.

Overige programmarisico's

De risico inventarisatie in ons risicomanagementsysteem hebben we geactualiseerd. Deze inventarisatie heeft 66 geïdentificeerde risico's opgeleverd die  die voldoen aan de afgesproken criteria:

  • risico’s met grote financiële gevolgen,
  • waarvoor de oorzaken niet door de gemeente kunnen worden beïnvloed of waarvoor de gemeente nog niet in staat is geweest om passende beheersingsmaatregelen te treffen om de kans of het gevolg van het risico terug te dringen.

Risico’s die al zijn afgedekt door maatregelen laten we buiten beschouwing. Hierbij beschouwen we de bestemmingsreserves Zorg en Welzijn als maatregel ter dekking van risico's ter zake en nemen deze risico's dan ook niet mee. Het deel van financiële risico’s dat is afgedekt door verzekeringen laten we eveneens buiten beschouwing.

Hieronder geven we de top‐10 met de belangrijkste risico’s. In de eerste kolom geven we een korte omschrijving van het risico. Daarnaast geven we het maximale bedrag dat het risico als nadeel in de begroting tot gevolg kan hebben.
Onder ‘kans’ schatten we hoe groot de kans is dat het risico zich voordoet. De cijfers in deze twee kolommen kunnen niet zomaar vermenigvuldigd worden. Op basis van de geschatte kans en het financiële  risico na toepassen van beheersmaatregelen, voert het risicomanagementsysteem Naris een statistische analyse uit, waarmee wij kunnen beoordelen of ons weerstandsvermogen toereikend is om met een redelijke zekerheid deze risico’s op te kunnen vangen.
Als een risico zich daadwerkelijk voordoet, dan zullen we eerst de directe effecten in de lopende begroting proberen op te vangen, alvorens een beroep te doen op de saldireserve. Is er sprake van structurele effecten, dan zullen we in de volgende zomernota beleidsmaatregelen voor de nieuwe begrotingsperiode moeten voorstellen, om deze effecten op te vangen.

Risico’s gemeentelijke activiteiten exclusief planexploitatierisico's en risico's programma  Zorg en Welzijn

maximaal
gevolg
x€1miljoen

kans
%

Aandeel in risico profiel

In deze begroting is het Masterplan terugdringen bijstandstekort  verwerkt. Natuurlijk hebben we dit masterplan naar beste inzicht gemaakt, maar sluiten niet uit dat de werkelijkheid anders gaat worden. We vinden het daarom verstandig om een risico op te nemen van € 2,5 miljoen.

2,5

70

16,04%

De rechtbank Gelderland heeft geoordeeld dat het straatparkeren door gemeenten (casus van een andere gemeente) concurrentieverstorend is en een gemeente daarom als btw-ondernemer handelt. Naar het oordeel van de rechtbank zijn slagboomparkeren en straatparkeren voor de modale consument dezelfde handelingen. Indien de gemeente voor het straatparkeren niet als btw-ondernemer wordt aangemerkt, leidt dat tot concurrentieverstoring, aldus de rechtbank. De betreffende gemeente procedeert over deze uitspraak. Als bepaald wordt dat straatparkeren geen ondernemersactiviteit is, dan kan dit ook effect hebben op de Vpb. Anders gezegd, met de huidige kennis is het waarschijnlijk dat straatparkeren gezien de voordelen die hier gerealiseerd worden onder de heffing Vpb gaat vallen.

2,3

  50

10,59%

Huisvesting niet-doorgedecentraliseerd onderwijs blijft verantwoordelijkheid gemeente. De Verordening bij deze scholen is nog actief. Dit kan leiden tot kostenclaims en/of leveringsverplichtingen

2,0

30

5,55%

Aanvragen van je rijbewijs bij een gemeente hoeft mogelijk in de toekomst niet meer. Het ministerie werkt eraan dat het aanvragen van rijbewijzen (naar verwachting in juli 2019) online kan gebeuren in de toekomst. Mogelijk dient het rijbewijs wel afgehaald te worden bij het gemeentehuis. Dit kan mogelijk leiden tot een terugloop van legesinkomsten, terwijl de kosten niet evenredig afnemen.

0,4

50

4,35%

Het minimabeleid bestaat voor een groot deel uit open einde regelingen. Het werkelijk beroep op deze regelingen kan afwijken van onze inschattingen. Vandaar dat we een risico hiervoor opnemen.

0,5

70

3,23%

Afschaffing Sportbesluit. Met de bestaande fiscale regelgeving "Sportbesluit" mag de Gemeente bij het "gelegenheid geven tot Sportbeoefening" 21% BTW op de kosten in aftrek brengen en draagt zij 6% over de opbrengsten af. Dat is in financiële zin dus voordelig. Deze regeling geldt o.a. voor  onze sportaccommodaties. Er wordt al enige tijd gesproken over het afschaffen van dit Sportbesluit. Dit zou een extra last met zich meebrengen voor de gemeente van 3,5 ton. Bedoeling is afschaffing per 1 januari 2018. Hierover moet echter nog een formeel kabinetsbesluit genomen worden. Het is nog onduidelijk of er een overgangsregeling komt waarbij we een tegemoetkoming kunnen krijgen voor de extra kosten. Vanwege deze onduidelijkheid is het nog opgenomen als risico.

0,4

90

2,92%.

Vanaf 2018 loopt zowel de rijksbijdrage Onderwijsachterstandenbeleid (OAB) als de aanvulling hierop vanuit de in het bestuursakkoord G33 vastgelegde afspraken voor de voor- en vroegschool (VVE). Het streven van de staatssecretaris van OCW om de middelen voor het gemeentelijk onderwijsachterstandenbeleid te verdelen op basis van de nieuwe bekostigingssystematiek is uitgesteld naar 2019. De financiële effecten hiervan zijn nog niet bekend. Voor 2018 wordt de huidige uitkering beleidsarm verlengd, dit gaat wel gepaard met een korting van naar verwachting 11% voor de meeste gemeenten.

1,0

30

2,77%.

De afgifte van bouwvergunningen, of de hoogte van de bouwsommen, loopt terug door veranderende wetgeving (bijv. meer vergunningsvrij) en daarnaast neemt de kans op bezwaar- en beroepschriften toe. Hierdoor kunnen de legesinkomsten teruglopen en/of kosten  voor bezwaar- en beroepszaken toenemen.

0,5

50

2,32%

Er treedt een natuurramp op wat leidt tot blokkades van wegen, overlast voor burgers, materiële schade voor de gemeente.

0,5

50

2,32%

ARN heeft onvoldoende aanvoer van afval, waardoor te lage omzet wordt gerealiseerd en verlies wordt geleden. Indien de door MARN aan ARN afgegeven garanties moeten worden aangesproken.

0,5

50

2,32%

Overige 56 risico's

47,8%

Bij een zekerheidspercentage van 80% komt uit de Monte Carlo-simulaties 6,7 miljoen. Hierbij houden we rekening met beheersmaatregelen. Dat is iets hoger dan de Jaarrekening 2016 toen we op € 6,6 miljoen uitkwamen bij 80%. Bij de Jaarrekening 2017 voeren we weer een actualisatie uit van alle risico’s.

Vennootschapsbelasting en databeveiliging

Er zijn een tweetal risico's waarvan geen financiële consequenties zijn ingeschat, maar die mogelijk grote gevolgen kunnen hebben: vennootschapsbelasting en databeveiliging. Op deze twee risico's wordt hieronder ingegaan.

Vennootschapsbelasting
Met ingang van 2016 zijn gemeenten Vpb plichtig. Onze gemeente heeft het nodige onderzoek gedaan naar de verplichtingen die hier mee samenhangen. Op de eerste plaats moest beoordeeld worden of de gemeente door de 'ondernemerspoort' komt. Daarvoor wordt gekeken naar de activiteiten die mogelijkerwijs winst met zich meebrengen. Conclusie uit deze onderzoeken was dat noch de parkeervoorzieningen, noch de vastgoedtak , noch de activiteiten van het  ontwikkelbedrijf door de ondernemerspoort komen. De resultaten van deze onderzoeken worden aan de fiscus voorgelegd om tot afstemming te komen over de gehanteerde uitgangspunten. Omdat het een nieuw fenomeen is voor gemeenten, is er veel overleg geweest over de beoordelingswijze. Het blijkt dat er ook nu nog discussie bestaat over de spelregels die gehanteerd moeten worden. Zolang de afstemming met de fiscus nog niet geleid heeft tot overeenstemming, moet er rekening worden gehouden met het risico dat een bedrijfsonderdeel wel door de ondernemerspoort komt. Dat wil nog niet direct zeggen dat er een Vpb schuld ontstaat, maar wel de verplichting om de administratie zodanig in te richten dat een eventuele Vpb plicht hieruit af te leiden is.

Databeveiliging
De verdergaande digitale vastlegging van gegevens vraagt er om alert te zijn op de risico’s die automatisering met zich meebrengt
Op basis van het vastgestelde Informatieveiligheidsbeleid werken we in 2018 verder aan de realisatie van alle te nemen maatregelen die gesteld worden vanuit de Baseline Informatieveiligheid Gemeenten (BIG).
We zoeken steeds een goede balans tussen de kerntaken van de gemeente en de informatieveiligheid/ privacy.

Welke risicovolle gebeurtenissen worden zoal onderkend:

  • Het ontstaan van schade aan of verstoring van het terrein en de  data van de organisatie, bedrijfsmiddelen en onderbreking van de bedrijfsactiviteiten als gevolg van het feit dat onbevoegden  toegang krijgen tot de fysieke of logische omgeving;
  • Verlies, schade of diefstal van apparatuur en/of  data;
  • Het ontstaan van fysieke bedreigingen en gevaren van buitenaf;
  • Verlies, schade of diefstal door nalatigheid of opzettelijk misbruik van panden, apparatuur en  data in het bezit van  de gemeente;
  • Externe leverancier voldoet niet aan de contractueel vastgestelde kwaliteits- en veiligheidseisen.

Gevolgen:

  • Onbevoegde toegang tot kritieke systemen en/of waardevolle data. Deze informatie kan misbruikt worden voor fraude of andere criminele activiteiten.
  • De gemeente werkt steeds meer samen met keten partners en besteedt steeds meer taken uit. Om dit mogelijk te maken worden data gedeeld. Bij beheer van systemen en gegevens door een derde partij, kunnen ook data van de gemeente op straat komen te liggen of onjuist / voor andere doeleinden dan bedoeld, of toegestaan,  door derden gebruikt worden. Dat door toedoen van deze derde partij. De gemeente blijft eindverantwoordelijk voor de  data beveiliging van haar gegevens, ook  in dat deel van de keten waarbij het beheer bij een andere partij ligt. In overeenkomsten zijn dan veiligheidsvoorschriften vastgelegd.
  • De gemeente voldoet niet aan de aan haar gestelde kwaliteits- en veiligheidseisen, als  de externe leveranciers zich niet houden aan de contractueel vastgestelde eisen en de gemeente dit niet periodiek of structureel toetst.

Maatregelen:

  • Toegang tot niet-openbare gedeelten van gebouwen, beveiligingszones of netwerkzones is alleen mogelijk na autorisatie daartoe.
  • In diverse panden (of zones) van de gemeente wordt gebruik gemaakt van cameratoezicht.
  • (Data)verbindingen worden beschermd tegen interceptie of beschadiging.
  • Gegevens en programmatuur worden van apparatuur verwijderd of veilig overschreven, voordat de apparatuur wordt afgevoerd.
  • Data worden bewaard en vernietigd conform de Archiefwet 1995 en de daaruit voortvloeiende archiefbesluiten, alsook de Wbp en de aankomende AVG
  • Er wordt structureel gewerkt aan het bewustzijn van de medewerkers binnen de gemeentelijke organisatie, leveranciers en derden die uitvoering geven aan deel of ketentaken.
  • Bij externe hosting van data en/of services (uitbesteding) blijft de gemeente eindverantwoordelijk voor de betrouwbaarheid van uitbestede diensten. Dit is gebonden aan regels en vereisen goede (contractuele) afspraken en controle hierop.

Risicoprofiel: Benodigde Weerstandscapaciteit

In Nijmegen kiezen we ervoor om de benodigde weerstandscapaciteit gelijk te laten zijn aan het risicoprofiel.
Het risicoprofiel bestaat uit de:

  • Programmarisico’s: risicoprofiel op basis van Monte-Carlosimulatie over alle programmarisico’s
  • Grondexploitaties: op basis Monte-Carlosimulatie of eventueel andere geaccepteerde methode zoals een risico-matrix per GREX; de methode is afhankelijk van het karakter en complexiteit van de planexploitatie.

Vanaf vorig jaar zetten we de risico's uit in de tijd.
Voor de programmarisico's heeft dit nauwelijks consequenties omdat deze risico's als a-structureel worden beschouwd en dus eenmalig meegenomen worden. Zijn deze risico's structureel dan zal een oplossing gezocht moeten worden voor  dekking van deze risico's. Wel kan het voorkomen dat een risico zich niet in 2017 voor kan doen, maar pas in een later jaar. Aangezien het effect hiervan op het benodigde weerstandsvermogen gering is, is bij de programmarisico's gerekend met een gelijkblijvend risiconiveau vanaf 2017.
Voor planexploitatierisico's is gerekend met het tijdstip dat risico's zich voor kunnen doen en hierbij is gebruik gemaakt van de spelregels die in een afzonderlijke notitie aan uw raad zijn voorgelegd.

In deze begroting laten we ook nog zien hoe het risicoprofiel er uit zou zijn volgens de oude methodiek. Hierbij worden de grondexploitatierisico's niet uitgezet in de tijd en houden we rekening met 20% demping op deze risico's. Toepassing van de  "oude" systematiek zou betekenen dat we nu een weerstandscapaciteit nodig hebben van € 66,8 miljoen voor de grondexploitatierisico's en € 6,7 miljoen voor de programmarisico's, hetgeen totaal neerkomt op  € 73,5 miljoen.

In onderstaande tabel  zijn beide risicobeelden opgenomen:

risico's x € 1.000

2017

2018

2019

2020

2021

2022

2023

2024

2025-
2033

Planexploitatierisico's (excl rente)

15.264

13.047

7.837

5.478

3.301

6.370

3.883

4.155

29.261

planexploitatierisico's cumulatief (incl. rente)

15.264

28.693

37.443

44.134

48.792

57.044

62.863

69.253

113.467

programmarisico's

6.744

6.744

6.744

6.744

6.744

6.744

6.744

6.744

6.744

Totaal risicoprofiel per jaar

22.008

35.437

44.187

50.878

55.536

63.788

69.607

75.997

120.211

oude methodiek

73.514

73.514

73.514

73.514

73.514

73.514

73.514

73.514

73.514

Door de afname van de risico's binnen de grondexploitaties is het risicoprofiel met ongeveer € 6 miljoen afgenomen ten opzichte van de Stadsrekening 2016.

Bij de doorkijk weerstandsvermogen wordt het risicoprofiel afgezet tegen het beschikbare weerstandsvermogen. In het volgende deel gaan we in op de beschikbare weerstandscapaciteit: de saldireserve